Hardlopers en wandelaars bij het Kralingsebos
Copyright: © Iris van den Broek
Categorie:Nieuwsberichten

Tracking data kan vrijetijdsonderzoek verrijken

9 dec. 2021

In april 2021 is een pilot gestart met het Nederlands Verplaatsingspanel rond het in kaart brengen van bezoekersstromen en vrijetijdsgedrag van Nederlanders. Dit gebeurt met ‘tracking data’ via de mobiele telefoons van de deelnemers. De pilot toont aan dat deze nieuwe techniek veel potentie heeft en voordelen biedt ten opzichte van traditionele onderzoeksmethodes. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen beschikken over realtime data en het overbodig worden van lange vragenlijsten.

Het bepalen van de juiste algoritmes om de vrijetijdsactiviteiten goed in kaart te brengen is wel een uitdaging. Als dit eenmaal is gelukt laat de pilot zien dat het met de ‘tracking data’ techniek in de meeste gevallen goed lukt om vrijetijdsactiviteiten te monitoren. Dit geeft inzicht in welke activiteiten men waar doet, hoelang, hoe vaak etc. Door een korte aanvullende vragenlijst die deelnemers ontvangen, wordt de data verder verrijkt met gegevens over samenstelling van de groep, motief en bestedingen. Op dit moment is de verwachting dat de methode op landelijk niveau de gewenste inzichten geeft.

De belangrijkste conclusies uit de pilot:

  1. In potentie is er veel mogelijk met NVP (er zit veel realtime informatie in de data).
  2. Het is een nieuw soort meten, leren anders te kijken naar data.
  3. Het is een uitdaging om de algoritmes te bepalen om de vrijetijdsactiviteiten goed in kaart te brengen, maar er zijn hiervoor veel mogelijkheden en er is ervaring bij het consortium.
  4. Route gebonden activiteiten en de meeste bestemmingsactiviteiten zijn goed te herkennen.
  5. Het onderscheid ‘recreatief versus niet recreatief’ is meestal goed te maken.
  6. Voor een aantal activiteiten is aanscherping of verdere afstemming nodig. Bijvoorbeeld: Wat verstaan we onder wandelen?
  7. Sommige activiteiten kun je niet goed meten met NVP. Bijvoorbeeld activiteiten waarbij je nat wordt en activiteiten op tijdelijke locaties zoals wegwedstrijden en evenementen.
  8. Als je eenmaal een algoritme hebt, staat de definitie er. Het is dan overal op toe te passen (ook op het verleden en je hebt geen hinder van interpretatieverschillen).
  9. Voor een middelgrote stad is de basis te klein, voor een grote regio is het deels mogelijk, op provincie en landelijk niveau kan het de gewenste inzichten opleveren.

Hoe verder?
Na het bespreken van de resultaten van de pilot, is de conclusie dat het meten met het NVP veel potentie heeft. De werkgroep heeft besloten te willen onderzoeken hoe deze methode voor een nieuw vrijetijdsonderzoek kan worden ingezet, als opvolger van het ContinuVrijeTijdsOnderzoek (CVTO). Er wordt gewerkt aan een advies over de meest wenselijke en haalbare onderzoeksopzet dat voorgelegd zal worden aan de provincies en andere betrokkenen.

Bekijk meer over dit onderwerp